Introductie op Dynamisch Verbinden

N.a.v. het boek: Vries, Christiaan de, Vries, Len de, De kracht van dynamisch verbinden, Twello: Robine, 2018. Zie ook www.engagingdynamics.nl


Dynamisch Verbinden is een antwoord op de situatie waarin mensen te veel voor zichzelf werken, alleen hun eigen ding doen. Dit is sterker herkenbaar naarmate het accent meer gelegd wordt op zaken als persoonlijke resultaten, het halen van targets en het verantwoorden van tijd en inzet; oftewel als er sprake is van een sterke rationele cultuur waarin meten en weten leidend is in de bedrijfsvoering van een organisatie.


Een organisatie is een dynamisch systeem waarin heel veel verbindingen bestaan. Het is belangrijk om hier oog voor te hebben en deze verbindingen te benutten om samen verder te komen. Als je alleen werkt dan werk je half. Je bent afhankelijk van anderen en door je eigen inzet beïnvloed je ook het werk van anderen. Er is altijd een wisselwerking tussen jouw inspanningen en die van andere betrokkenen. Eigenlijk heeft iedereen direct of indirect invloed op iedereen. Door de erkenning van de toegevoegde waarde van de ander op mijn werk – en andersom – ontstaat wederzijdse aantrekkelijkheid: dat is de basis van het dynamisch verbinden.

Alle organisatie gaat terug op één elementair proces van: initiëren, acteren en ondersteunen. Elke activiteit is gebaseerd op het samenspel van iemand die iets wil (initiator), iemand die iets doet (actor) en iemand die daarbij helpt (ondersteuner). Als je daarvoor oog hebt en als je deze relatiepatronen doorziet en organiseert, maak je werken en samenwerken veel plezieriger, effectiever en uiteindelijk ook veel efficiënter. Dit geldt op alle niveaus en tussen alle niveaus in de organisatie. In dat samenspel ontstaat gezamenlijkheid en energie, en dat is veel aantrekkelijker dan het isolement van het werken in  een geïndividualiseerde en gefragmenteerde omgeving. Verbindend werken is stimulerend en komt de resultaten ten goede. De slogan: ‘Alleen ga je sneller, maar samen kom je verder’ geldt ook hier. Samenwerking en afstemming vraagt tijd en het schuurt soms ook. Maar als we daar voorbij komen ontstaat er flow, energie en plezier. Met een open houding, met de intentie om elkaar te verstaan omdat we samen meer kunnen dan dat iedereen voor zichzelf werkt ontstaat beweging.  Het zijn immers de mensen die het moeten doen; die iets tot stand brengen. Daarbij is het helpend om inzicht te hebben in de gewenste onderlinge verhoudingen en verbindingen en hierop ook bewust in te zetten.  Het gaat dan steeds om het samenspel van initiator, actor en ondersteuner.

 

Driehoeken maken is patronen scheppen. Het helpt om je in elke opgave of interactie bewust te zijn van je eigen rol en daarmee van jouw bijdrage aan de opgave. Iedereen heeft te maken met meerdere taken en opgaven die elk op zich bestaan uit onderscheiden netwerken, waarin ieder onderscheiden rollen vervult. Vaak vervult iemand tegelijkertijd op vele plekken rollen die meer bewust kunnen worden ingezet in een dynamische samenhang. Gezamenlijk eigenaarschap en wederzijdse aantrekkelijkheid zijn kernen in het samen-werken. Van hoog naar laag, van laag naar hoog in een organisatie, maar wel doordacht samengebracht.

Daarbij is reflectie de voorwaarde van alle leren. Het helpt als je van tijd tot tijd een ‘vrijplaats’ organiseert; ruimte plant buiten de drukte van alle dag en de sleur van de routines, als je even van afstand neemt en met andere ogen kijkt naar wat je doet in relatie tot wat anderen doen, en andersom. En het helpt dan weer als er iemand is die in deze reflectie helpt, een ondersteuner, die meedenkt over jouw inzet als actor, in relatie tot anderen met wie je te maken hebt in je werk. Deze reflectie begint steeds met focussen. En focussen begint met contact maken met jezelf. De kernvragen daarin zijn dan steeds:  

 

Wat is in deze situatie nu echt belangrijk?
Waar draait het nu ten diepste om? Het antwoord hierop is het ankerpunt, het uitgangspunt voor de verdere doordenking. Van daaruit komen vervolg vragen aan de orde. Want vervolgens dringt de vraag zich op:

 

Wat zie je dan gebeuren?
Kun je je een beeld vormen van de ideale werkelijkheid en wie spelen daarin dan allemaal welke rol? Kun je je droom zichtbaar maken of  vertellen wie en hoe je dit voor je ziet? En als je dat weet komen de vragen naar de uitwerking:

 

Wie en wat zijn nodig?
Wat vraagt het allemaal van wie en wie spelen er welke rol van betekenis om het te realiseren? Als we dat weten, ontstaat vanzelf de laatste vraag:

 

Wat gaan we nu als eerste doen?
Hier neem je verantwoordelijkheid voor de uitvoering, dynamisch verbonden met anderen binnen de organisatie.

 

Deze benadering is intensief en inspirerend. Het vraagt in het ontwerp doordenking, het organiseren van gezamenlijk eigenaarschap, dialogiseren over de kernen en beelden van wat ons voor ogen staat, zodat we niet tegenover elkaar, maar met elkaar in beweging komen. Dat vraagt om een open houding met ruimte voor exploreren, experimenteren en reflecteren. 

In een hiërarchisch-bureaucratische organisatie zal de leiding op zijn best instrueren in plaats van eigenaarschap overdragen. Dat is wat anders dan het idee van zelfsturende teams en werken op eigen kracht. Daarin ontbreekt de samenhang, de afstemming tussen mensen en rollen, de gezamenlijke focus op de vraag waartoe en voor wie we onze inzet plegen. En het is wat anders dan de top-down organisatie waarin ‘boven bedacht wordt wat beneden moet gebeuren’. 

In de lijnorganisatie bestaat het risico dat de informatie nog wel naar beneden, maar nooit meer naar boven gaat. Zo ontstaat er fragmentatie, denken in onder en boven, in macht en invloed, in plaats van het denken in gezamenlijke missie, ambitie en resultaten. Er ontstaat een cultuur van beheersen in plaats van beheren, van wantrouwen in plaats van vertrouwen, van verantwoorden in plaats van antwoorden, van structuren in plaats van creatie, van systemen in plaats van dynamiek, van scheiding tussen de leefwereld en de systeemwereld.

Belang hoort tot de wereld van de procedure, wederzijdse aantrekkelijkheid tot die van het proces. En dan niet het bedrijfsproces wat zich vertaalt in een registratiesysteem, maar een interactieproces dat leidt tot verbinding tussen mensen.

En zo kan er ook samenhang gebracht worden tussen processen, tussen strategische, tactische en operationele verantwoordelijkheden; tussen primaire en ondersteunende verantwoordelijkheden. Dit alles in ketens van verbondenheid. Daarbij is elke driehoek is een proces, elk proces is een driehoek. Het kunnen inrichten van een samenhangend procesontwerp is hiertoe een belangrijke bekwaamheid.

De basis van alle communicatie is de interactie. Niet een instructie via mail of een gesloten opdracht, maar het creatief met elkaar afstemmen, gezamenlijkheid creëren, benutten van elkaars kwaliteiten, samen dromen dromen en deze uitwerken in een gezamenlijk en afgestemd werkproces geeft energie. En rendement. Daarvoor is het doelgericht in gesprek gaan met betrokkenen vitaal om focus te krijgen en doelgericht te werken aan gezamenlijke resultaten. Dat gaat niet altijd vanzelf. Maar door in de dialoog in een complexe, professionele context te luisteren, over te steken en te verbinden kunnen bruggen worden geslagen, die met procedures en instructies niet te maken zijn. In de interactie ontstaat eigenaarschap; zelfs als de gekozen richting niet helemaal je eigen keus is wordt er verantwoordelijkheid genomen. Als je het niet persoonlijk maakt dan bestaat het niet. De sleutel om van plannen tot actie te komen vind je in de vragen: Wat ga ik nu als eerste doen? En wat ga jij doen? Zo ontstaat gezamenlijkheid tussen mensen die vanuit onderscheiden rollen onderling horizontaal en verticaal afgestemd werken aan resultaten.  

Alle integraliteit berust op verbindingen. Daarbij komt het erop aan om samen verantwoordelijkheid te nemen, over te steken en de ander op te zoeken. Alles wat je zegt ben je zelf. En wat je wilt dat een ander doet, doe dat vooral eerst zelf!

Het ontwerpen van processen, het overdragen van eigenaarschap, het werken vanuit wederzijdse aantrekkelijkheid, het dynamisch verbonden werken werkt! Het is dus meer dan een kunstje of techniekje. Het gaat om een cultuur van werken, die zich stap voor stap, al lerend werkend en al werkend lerend ontwikkelt. Zich verspreidend naar alle lagen in de organisatie, naar alle rollen.

Het is een bekwaamheid, gebaseerd op kennis van de ED-methode. Het leertraject richt zich op het leren en versterken van deze ED-bekwaamheid. En dat zo mogelijk weer in een train-de-trainer werkwijze, zodat er een sneeuwbaleffect ontstaat in de organisatie.

Stellingen vanuit het boek Dynamisch Verbinden

  • Dynamisch Verbinden is een antwoord op de situatie waarin mensen te veel voor zichzelf werken, alleen hun eigen ding doen.
  • Ale je alleen werkt dan werk je half.
  • Alle organisatie gaat terug op één elementair proces van initiëren, acteren en ondersteunen.
  • Reflectie is de voorwaarde van alle leren.
  • Focussen begint met contact maken met jezelf.
  • In een hiërarchisch-bureaucratische organisatie zal de leiding op zijn best instrueren in plaats van eigenaarschap overdragen.
  • In de lijnorganisatie bestaat het risico dat de informatie nog wel naar beneden, maar nooit meer naar boven gaat.
  • In de bureaucratische organisatie schuilt een pervers mechanisme van overname dat het productieve vermogen van een organisatie blokkeert.
  • Belang hoort tot de wereld van de procedure, wederzijdse aantrekkelijkheid tot die van het proces.
  • Driehoeken maken is patronen scheppen.
  • Elke driehoek is een proces, elk proces is een driehoek.
  • De basis van alle communicatie is de interactie.
  • Als je het niet persoonlijk maakt dan bestaat het niet.
  • Alle integraliteit berust op verbindingen.
  • Alles wat je zegt ben je zelf.